BUDERMAN: Pax Intrantibus aan de Bergweg



Blik op Pax Intrantibus, op de huidige kruising Bergweg en Bergsingel aan de voorzijde (afgebroken). De eigenlijke voorstelling in een bloemenguirlande gevat; Koptitel: ROTTERDAM; Uit een serie van zes prenten: Nieuwe Plantage, Station, Pax Intrantibus, Leesmuseum en Maatschappij tot Nut van de Zeevaart en de Beurs; Getint

Titel: Pax Intrantibus (Bergweg)
Maker:
Last, Hendrik Wilhelmus (1817-1873)
Verv.jaar: 1850
Verv.plaats: Rotterdam
Techniek:
steendruk/lithografie
Afmeting: 19,2 × 28,2 cm
Bron: , Topografie van Nederland, Universiteitsbibliotheek Leiden
Copyright: Voor meer informatie: Universiteitsbibliotheek Leiden

Schermafbeelding 2017-01-10 om 17.01.20

De beschrijving van deze illustratie (de tekening van H.W. Last) zet ons op het verkeerde been wat betreft de locatie van Pax-Intrantibus: aan de Heul (hoek Schiekade/Bergweg) was later, zoals je verderop kunt lezen, de theetuin Nieuw Pax-Intrantibus gevestigd, nadat op de originele locatie een kunstmestfabriek was gekomen.

Op deze kaart uit 1839 van Temminck is de locatie van Pax Intrantibus aangegeven bij nr. 107 (in de rode cirkel)

“Pax Intrantibus” was door aankoop in 1832 in eigendom gekomen van het kasteleinsechtpaar Joannes Buderman en Johanna van Beugen. Nadat zij weduwe was geworden, verkocht Johanna de zaak in 1844 aan haar jongste zoon Willem.

Johanna van Beugen, weduwe van Joannes Buderman, verkoopt in 1844 de plaats Pax Intrantibus (Bergweg) aan haar jongste zoon Willem (Wilhelmus Leonardus) Buderman (Bron: NRC, Nieuwe Rotterdamsche Courant, 3 mei 1844)

In 1846 ging de uitspanningsplaats echter al door veiling in andere handen over (bron: NRC, 22 juni 1846)

Fragment uit “De Jonkvrouw van Hillegersberg” van de in Delfshaven geboren auteur Carel Van Nievelt (1843-1913) (bundel: Chiaroscuro – Vertellingen tusschen Licht en Donker – 1882):

“Justus Eykendaal’s gemoedsstemming verkeerde in de derde van die drie stadiën, terwijl hij het dorp (Hillegersberg – JR) den rug toewendde en snel den weg stadwaarts insloeg. (…)

Justus kwam voorbij Vrouw Romein (uitspanning in Hillegersberg, waar nu Lommerrijk is gevestigd – JR), waar hij op dien achtermiddag, verleden zomer, toen zijne ziel nog kalm was als gindsche plas onder den avondnevel, het roeibootje gehuurd had met Marieken. Arm, lief, heilig kind! Hij dacht aan haar. Hij dacht aan dat laatste woord van haar tot hem: „heb ik je dan niet lief?”—en zijn hart verweet hem bitter dat hij haar alleen en ongetroost had laten staan daar op het kerkhof. Ja! déze had hem waarlijk lief!… Maar juist dáárom immers was het voor haar ook beter, dat hij heenging en haar nooit terugzag. Hij zou haar immers nooit hare liefde kunnen vergelden.

Een kwartier verder—daar lag Pax Intrantibus aan den weg, destijds het Tivoli der gegoede Rotterdammenaren—later…. O Pax! Pax Intrantibus! wat is er van u geworden!—Hic jacet gloria mundi! zou meester Van Meppen thans u toeroepen, ware hij nog onder de levenden om Latijn te radbraken…. Oude heeren zaten in het duister lange pijpen te smoken achter hunne flesschen wijn. Paartjes kuierden fluisterend door de lanen. De schommels kraakten onder de vrachten van gillende jonge maagden…. Justus grijnslachte. Hoevele Mary’s waren er onder die engelen van melk en bloed?—

Voorwaarts!—Straks was de stad bereikt. (…)”

Tien jaar later bestond de uitspanning niet meer, want de gemeente verleende op 8 okotober 1854 een concessie om op de voormalige “uitspanningsplaats Pax Intrantibus aan den Bergweg een guanine-fabriek te plaatsen” (bron: Rotterdams Jaarboekje 1923).

Uit onderstaande tekening blijkt, dat de bestaande bebouwing daarvoor gebruikt is.

In 1856 richtte J.J. Kortman in Rotterdam een fabriek van reukloze mest op. Kortman was actief als handelaar in landbouwartikelen, van meststoffen tot locomobiles. Kortman wilde het mestgedeelte van het reukgedeelte scheiden. Hij deed dit door uit guano, uit Peru geïmporteerde vogelmest, de stof guanine te extraheren. Deze vernieuwing was de start van de kunstmestfabricage in Nederland. Onbekend is welke opleiding Kortman heeft genoten. Hij was in elk geval geen apotheker of chemicus (Bron: Geschiedenis van de techniek in Nederland; de wording van een moderne samenleving 1800-1890 – Deel V (1994) H.W. Lintsen)

Op deze kaart uit 1870 is in de rode cirkel de locatie van de guanine-fabriek, het voormalige Pax Intrantibus aangegeven. “Pax Intrantibus”, hetgeen zoiets betekent als “vrede voor hen die (de stad) binnenkomen”, werd door de heer Odem voortgezet als “Nieuw Pax-Intrantibus” aan de Heul (= de Hoge Heul, een gewelfde brug over de Schie), aan de oostelijke kant van de Schie, op de hoek van de Bergweg en de Schiekade – bij de pijl links op de kaart. Men kon er eten en drinken en dansen op levende muziek.

Vanuit het zuid-oosten gekeken richting Bergweg over de Heulbrug. De schoorsteen is vermoedelijk van de meel- en broodfabriek. Deze plaat zou uit ca. 1870 moeten zijn. Rechts, in het groen, zou dan de Theetuin Nieuw Pax-Intrantibus moeten zijn gesitueerd (Schiekade Oz. nr. 435).

Op de hoek van de Bergweg en de Zwart Janstraat café-biljart Pax-Intrantibus, genoemd baar de buitenherberg die tot het eind van de 19e eeuw op de hoek Schiekade/Bergweg heeft gestaan. Deze foto is uit 1910. Het betreffende pand aan de Zwart Janstraat 155 (op de kaart hierboven is de locatie aangegeven met “ZJ”) herbergde later de Amsterdamse Bank (AMRO, ABN AMRO). Leuk detail is, dat mijn oma en oom (de laatste als employé van de bank) jarenlang op de eerste etage van dit pand hebben gewoond. Oma was weduwe van Fridus Wessels, die rechtstreeks afstamde van Johanna Buderman, een zuster van Joannes Buderman, die van 1832 tot 1844 eigenaar was van de originele buitenplaats Pax Intrantibus aan de Bergweg…