“Ook deze, historisch zeer interessante, reaktie van Karin Riper voegen we toe:
Wat een geweldige website hebben jullie gemaakt. Ik kwam er zelfs mijn indische voorouder Chaulan en zijn broer op tegen. Het gaat over Hotel des Indes te Batavia.
De verhalen over welk oorspronkelijk gebouw uiteindelijk bedoeld wordt als men over Hotel des Indes praat, vind ik erg verwarrend. De een zegt dat het de voormalige residentie Moenswijk was van Adriaan Moens, destijds directeur-generaal van de V.O.C. en een ander zegt dat het het voormalige huis was van de Klerk. De huizen lagen schijnbaar heel dicht bij elkaar.
Het huidige archief in Djakarta zit in het huis van de Klerk en Moenswijk het huis van Moens (zou Hotel des Indes geweest moeten zijn) is afgebroken en daar staat sinds die tijd een groot winkelcentrum Duta Merlin.
Hoe ben jij aan je gegevens gekomen? (Door heel veel te lezen – Aad)
Surleon Antoine Chaulan (geboren in 1793 te Aubagne, Provence, Zuid-Frankrijk, vandaar Hotel de Provence), die als eerste Chaulan de meisjesschool gekocht zou hebben om er Hotel de Provence van te maken was de oudere broer en dus niet de vader van mijn voorouder Etienne Chaulan (geboren in 1806, geboorte ingeschreven te Aubagne, maar zeer waarschijnlijk geboren te Verona, Italie, zijn vier jaar jongere zus was geboren in Piacenza, Italie).
De verhalen gaan echter ook (ik heb het dan over bronnen buiten mijn familie, want die weten helemaal niets (of vinden dat er niet over de doden gesproken mag worden) over hun voorouders laat staan over Hotel des Indes), dat hun vader Antoine (Michel Antoine) Chaulan, degene was die de meisjesschool kocht, waarschijnlijk ten gunste van zijn oudste zoon.
Surleon Antoine verloor in Aubagne binnen vijf jaar na zijn huwelijk eerst zijn dochtertje en toen zijn vrouw. Ik denk dat hij naar Nederlandsch-Indië gevlucht is om in den vreemde alle verdriet te proberen te vergeten. Dit Chaulan gezin was best reislustig te noemen. Ondanks dat zij in Zuid-Frankrijk woonden kregen ze twee van hun vier kinderen in Italie. Nederlandsch-Indië was schijnbaar ook niet te ver.
Trouwens, in 1852 verkocht Etienne Chaulan Hotel des Indes aan een Zwitsers personeelslid genaamd Francois Auguste Emile Wijss. Deze Wijss was op 4 december 1851 te Batavia gehuwd met Antoinette Victorine Chaulan, oudste dochter (op dat moment pas 16 jaar) van Surleon Antoine Chaulan, die dus de broer was van Etienne Chaulan.
Scott Merrillees heeft het in zijn boek Batavia over Surleon Antoine Chaulan die het gebouw in 1829 kocht. Dat zou dan Antoine (Michel-Antoine) Chaulan, zijn vader moeten zijn geweest. In 1835 werd het hotel geleid door een van Surleon Antoine Chaulan’s zoons, geboren in 1793. Dat zou dan juist Surleon Antoine moeten zijn en ook daar noemen ze Etienne ten onrechte de zoon van Surleon Antoine Chaulan.
Het boek Adoeh, Indie, het beste van Hein Buitenweg, geschreven door Rene Wassing en Rita Wassing-Visser noemt residentie Moenswijk van Adriaan Moens als plek waar Hotel des Indes gestaan heeft.
Rob Nieuwenhuys heeft het in Baren en oudgasten (Tempo doeloe-een verzonken wereld) ook over landgoed Moenswijk. In het boek Logementen en Herbergen van Oud-Batavia heeft L.F. van Gent het ook over Moenswijk. Misschien zat alleen de dependence van Hotel des Indes daar.
Oud Batavia deel twee, het gedenkboek uitgegeven door het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen naar aanleiding van het driehonderdjarig bestaan der stad in 1919, verhaalt over Moenswijk, het vroegere buiten van den Directeur-Generaal A. Moens, de tegenwoordige Dependence van het Hotel des Indes.”
(Door Karin Riper ingezonden brief aan Aad Engelfriet – www.engelfriet.net)